SanderHillegers.reismee.nl

Dag 130 t/m 138

Dag 130 t/m 138 7 t/m 15-5-11 Dhunche

Enerverende dagen, dat zijn de twee woorden die tot nu toe bij Nepal passen. Er zaten moeilijke, zware, spannende, grappige, geweldige en niet-te-vergeten momenten tussen en dat alles in een tijdsbestek van ruim zeven dagen. Deze reis wacht op niemand en dendert maar door, door en door..

Dag 130

Dag 130 bestond uit het verder uitwerken van ons plan. Het plan genaamd; hoe gaan we door Nepal reizen, waar, wanneer en ‘how much'. We verlieten onze hotelkamer en raakte in gesprek met de broer van de hoteleigenaar; een gladjakker. Hij bood ‘trekkings' aan met gids door de bergen in het ‘Langtang National Park'. Nadat hij de prijs had genoemd waren we al snel klaar met deze man, maar toch hield ons iets tegen om weg te lopen.

We gingen naar zijn bureau in het centrum van de stad waar we nog meer informatie en foto's van de omgeving te zien kregen. Hij maakte een ‘special price for special friends' voor ons. Er werd wat gegoocheld met de rekenmachine; wat overheidsbelasting erbij, percentage zus, percentage zo. Uiteindelijk kwam hij alsnog te hoog uit en we wilden weglopen. We zeiden; we gaan het zelf wel regelen. Toen kwam het grootste onzinverhaal; waar we overigens finaal in trapten. Hij zei iets in de trant van; je kan alleen naar het national park als je een georganiseerde reis hebt geboekt of een eigen gids mee hebt. Anders zit je 7 uur in de bus voor niets en dan word je, zonder pardon, terug gestuurd.

Wij gingen alleen akkoord met een 7-daagse toch voor een lagere prijs. Na wikken en wegen vonden we een middenweg, waar hij alsnog miljonair van is geworden. Later die dag ontmoetten we onze gids, genaamd: Mr. Guide. Hij nam ons mee door de straten van Kathmandu waar we een pasfoto moesten laten maken. We bestookten hem meteen met vragen; waar gaan we precies heen, hoe ver is het lopen, hoe laat staan we op?

Uiteindelijk namen we afscheid van Mr. Guide en spraken we de volgende morgen om 06.30 af in het ‘Diplomatic Hotel'. Het hotel waar ratten over het plafond heen dribbelen, waar bruin water uit de douchekop komt en waar de stroom schaars is. Leuk feitje is dat Nepal zelfvoorzienend is qua stroomgebruik. Zelfvoorzienend omdat ze 100% afhankelijk zijn/gebruik maken van groene stroom. Ze hebben geen ‘Power Plants' of wat dan ook. Groene energie; met name de kracht van het water. Maar als het een tijdje niet heeft geregend, of als de rivieren minder sterk stromen dan betekent dat geen stroom voor Kathmandu want ze kunnen de stroom niet opslaan. Wel hebben de rijkere Nepalezen onder ons een kleine ‘generator'.

Dag 131

Dag 131 brak in al haar vroegte aan en ik wist meteen hoe laat het was; tijd om ziek te worden. Het kuchje in mijn keel van de afgelopen dagen had zich uitgedrukt in een rauwe strot en de maag leek 360 graden te zijn gedraaid. Heerlijk vooruitzicht op 6 dagen stevig hiken en beter nog; een 7 uur durende busrit. Het woord busrit heeft een hele andere dimensie gekregen na dag 131. Iedereen die ook maar durft te zeggen dat busritten in Nederland oncomfortabel zijn, nodig ik uit om de bus van Kathmandu naar Dunche te pakken.

Oncomfortabel is niet het juiste woord; angstaanjagend ligt er dichter bij. Na 5 minuten in de bus te hebben gezeten vertelde de gids hetvolgende; ‘deze maand zijn er twee bussen in het ravijn gestort met 20 doden tot gevolg' en ‘ik heb vaker in dit soort bussen gezeten en er worden mensen misselijk en kotsen tegen het raam aan, op de vloer of op de stoelen voor hun'. Heerlijk zo'n begin van de dag. De wegen zijn ook echt troosteloos te noemen. Asfalt met alleen maar gaten erin. Nee eigenlijk; gaten met asfalt ertussen. Het kwam geregeld voor dat je gewoon een ‘air time' had van 1 seconden. Je werd op je stoel van links naar rechts gesmeten terwijl je over slingerweggetjes reed met een afgrond van tientallen - dan wel - honderden meters links van je. Natuurlijk geen vangrail..

In de bus zaten er zo'n 30 man, maar bovenop de bus zaten er nog eens 20 man extra. Bi-zar. Om de zoveel meter werd er door de assistent van de buschauffeur op het dak van de bus geramd. Dat betekende gevaar; tegenligger of diepe geul in de gatenkaas. Dit bizarre schouwspel werd tot een hogere dimensie getild doordat er tientallen kroppen groene kool in het gangpad lagen, waar iedereen gewoon overheen liep. Ook had er een, andere, gids gekotst midden in het gangpad wat weg werd gespoeld met lauw water. Diezelfde gids was halverwege de tocht zijn mobiel kwijtgeraakt wat resulteerde in een half uur durende zoektocht door de bus. Iedereen moest uitstappen, zelfs de politie werd erbij gehaald.

Walter ging met een harige hippie uit Israël op het dak zitten toen ik in gesprek raakte met een 30 jarige Duitser. Ik heb een aantal uur met hem gepraat en het was een interessant gesprek. Zijn vader was vorig jaar overleden, zijn moeder wilde hem niet meer kennen dus hij besloot om 6 maanden in India te gaan wonen. Ook hadden we het over ‘vrije wil'. Hij vertelde me dat er 5 jaar geleden een onderzoek was gedaan in de VS over hersenfuncties. Verbazingwekkend genoeg ontdekten ze hetvolgende: ‘Ongeveer 5 seconden voordat je een keuze voorgelegd krijgt, hebben je hersenen al een signaal afgegeven en heb je in feite al een beslissing gemaakt'. Ja, lees die zin nog maar een keer..

Dat daar gelaten ging de rit al met al snel voorbij. We stapten uit in een regenachtig ‘Dhunche' rond de klok van 15.30 uur. Het was de hoofdstad van de provincie en werkelijk waar; het bestond uit 1 straat. Midden in de bergen. Het was fantastisch te noemen. Het hele uitzicht al overigens, tijdens de busrit. Bergen waarvan je alleen de bergwand kunt zien. Veruit het mooiste, ruigste en wreedste landschap dat ik ooit heb gezien. Eeuwenoude terrassen, uitgehakt op steile bergwanden, waar gewassen groeien. Het is te groot om er een foto van te maken en te groots om het te beschrijven.

's Avonds zaten we op het dakterras van ‘Hotel Himalaya'. Toen had ik al de rillingen op mijn rug staan. Koud, warm, koud, warm, snot, hoofdpijn, bah. We zaten op 2056 meter hoogte, feitelijk niet hoog genoeg voor hoogteziekte (wat vanaf 2500 kan plaatsvinden), maar toch had het er een beetje schijn van. Maar het vervelende van alles was dat mijn moeder ziek was en dat ze de volgende dag een echo van d'r nier moest laten maken. Ja, dan ga je, je zorgen maken. Dan heb je ook nog eens geen internet tot beschikking om op de hoogte te blijven. Laat staan mobiel bereik?

Dag 132

Dag 132 werd met een subtiel klopje van de gids ingeluid. We hadden barslecht geslapen en het was koud en vroeg; 7.00 uur. Toch sprokkelden we de spullen bij elkaar en we zaten aan het ontbijt. Futloos, koortsig en snotterig werkte ik de bananenpap naar binnen. Walter had een omelet bestelt maar begon er nieteens aan. In plaats van ontbijten aan tafel zat Walter geketend op de WC. Nee, Mr. Guide, vandaag gaan we niet lopen. We kropen terug in bed, maar van slapen kwam het niet echt.

We hingen een beetje rond op de bovenste etage waar we lekker kon liggen en uit het raam kijken. Uit het raam kijken met een mooiste uitzicht ooit overigens. Bij helder weer konden we de Himalaya-bergketen zien liggen met als toetje de meer dan 7,2 kilometer (!!!) hoge berg die zijn grondvesten in Tibet heeft staan. Spectaculair te noemen, vooral bij zonsondergang. Wanneer alles grauw en grijs is geworden, staat deze enorme berg nog vol in het rode, laatste zonlicht. Manjefiek!

Ondanks dat, was het een dag van uitzieken, beter worden en op een smsje van m'n moeder wachten. Wegens het tijdsverschil van bijna vijf uur was het lang wachten maar uiteindelijk kreeg ik een smsje dat er gelukkig niet heel veel te zien was. Daar was ik blij om en nu kon ik me weer richten op het zelf beter worden. Dat ging steeds beter en Walter was ook weer fitter aan het worden. We namen ons voor dat we morgen, dag 133, van start zouden gaan.

Dag 133

Dit voornemen werd de volgende ochtend direct tenietgedaan want ik kwam als een krant m'n bed uit. Als een slappe krant welteverstaan. Bijzonder vervelend, zachts gezegd. Je hebt twee mensen die heel graag van start willen gaan en op pad willen terwijl de derde er bij hangt als een slappe zak. Maar gelukkig was hier alle begrip voor en hebben Mr. Guide en Walter goed voor me gezorgd!!

Deze dag was dan ook niet meer voor mij dan het uitzieken, goed eten en drinken en snel beter worden. De middag hebben we wat woordspellen gespeeld met Mr. Guide waarmee het echt heel erg gezellig is. Een topgozer. Het eten in het hotel is goed te noemen en vers. Maar jongens, als je bijna twee uur moet wachten op een kop soep, heb je al je honger alweer verloren. Fiji-time is er he-le-maal niks bij hier. De avond gingen we de met ‘pray-flags' volgehangen straten op waar iedereen hier cricket speelt. Uiteraard speelden we een spelletje mee. Vervolgens gingen we slapen met een goed gevoel op fris en gezond wakker worden de volgende dag; dag 134.

Dag 134

Fris was het hoor, de volgende morgen. Goed en gezond nog niet echt; maar goed genoeg om een poging te wagen. Na 5 minuten te hebben gelopen waren we Dunche al ruimschoots uit en de eerste milde helling deed zich aan. Waar je normaal een hapje adem neemt, moet je hier in deze ijle lucht minimaal twee happen nemen. Daarna werd het even wat vlakker en konden we genieten van het echte Nepal. Wat puur, schoon, eerlijk en geweldig is. Beekjes water stroomden langs je voeten, kalm aan naar beneden. Vogels floten, de zon strooide haar licht langs kilometers hoge bergtoppen gul in de vallei van de Himalaya 's.

Net als in Vietnam werd er niet alleen maar gelopen of gelantefanterd, er werd ondertussen gewoon gewerkt. Sherpa's die met enorme manden gevuld met hout, stenen, voedsel de bergpaden overmeesterden. 'n Boer die zijn geiten op de steile bergwanden liet grazen. Arbeiders die stenen aan het uithakken waren of bomen aan het omzagen waren. Tot slot nog een meisje, die niet ouder was dan 9 jaar. Zij had een mand op haar rug gebonden vol met groentes. Alleen was de mand even groot als haar. Zielig of het leven? Walter kon het niet over zijn hart verkrijgen en gaf zijn ‘Snicker' reep aan het meisje. Top!



Volop activiteit dus in het eerste halfuur van de wandeling. Het was nog een wandeling; geen beklimmingen, alleen een mild golvend wandelpad. Helaas kwam hier al snel een einde aan. We klommen, klommen en klommen. Onze longen zaten in onze keel. Loeizwaar dat het was. Ook de benen die wilde maar niet en om de tien minuten snakte ik naar een pauze waar ik m'n ademhaling enigszins op de rit kon krijgen.

Inmiddels op 2500 meter en we waren zo'n 2 uur aan het klimmen. Het zweet stond echt van onder naar boven, van links naar rechts; alles was doorweekt. Maar we waren bijna aangekomen bij het 2600 meter punt, waar een ‘Guesthouse' te vinden was. Hier was het plan om te lunchen en vervolgens verder te gaan. Maar na ruim 600 meter te hebben geklommen in meer dan twee uur was voor mij de spreekwoordelijke koek op. We besloten lekker te gaan lunchen en vooral veel te gaan rusten. En dat kon daar hoor!

Het was een ge-wel-di-ge plek. Een stenen huis met houten fundering. Het toiletgebouw was op 10 meter afstand van het huis en was in feite gewoon een gat in de grond. Verder was het hele huis omringd door drie gigantische moestuinen. Toen moest ik meteen aan Mariska denken; die zo graag een eigen moestuin zou willen hebben. Ook nog op zo'n plek. Afgelegen, midden in de bergen, midden in de natuur en leven van het land.

We vulden de dag met ‘het buiten zijn'. Lekker in het zonnetje luieren, flauwe grappen maken, muziek luisteren, verhalen vertellen en met de stinksokken van Walter volleyballen. Rond de klok van 18.30 ging de zon onder en aten we binnenshuis. Alleen was het eten, zachts gezegd, wat minder omdat de kinderen van 14 en 16 de boel aan het runnen waren. De ouders waren niet aanwezig. Maar dat mocht de pret niet drukken en ‘de bijna honderdste group picture van de reis' werd gemaakt. De vorm van de dag van morgen zou bepalen wat, waar en hoe we verder zouden gaan.



Dag 135

De vorm die voor mij, verbazingwekkend genoeg, goed was. Ik had goede uren kunnen maken 's nachts en de rustmiddag van gisteren had me goed gedaan. Alleen was Walter nu degene die ziek was. Ik had ‘m goed aangestoken met mijn verkoudheid en 's nachts had hij ook het grieperige van mij overgenomen. Toch kwam hij z'n bed uit en nam een klein ontbijtje. Het volgende punt was slechts op een uurtje klimmen en dat was het proberen waard. Mocht het toch niet gaan, konden we altijd weer teruggaan naar het 2600 meter punt.

Na 5 minuten waren we beide alweer extreem buiten adem. Ik val in herhaling, maar hier inspanning leveren kost gewoon kracht. De bergen zuigen de energie uit je. Je hele lichaam werkt op volle toeren en dat voel je bij bijna iedere stap of ademhaling. Het was zwaar, maar toch gingen we door. Door totdat we het 3000 meter punt bereikten en dat was speciaal. Al sinds Nieuw-Zeeland hebben we tegen elkaar gezegd; ooit gaan we een keer op meer dan drieduizend meter hoogte staan! En ja, ondanks alles stonden we er toch even mooi en hadden we dit toch maar even bereikt.

Deze bemoedigende gedachte gaf ons hernieuwde energie en na het nuttigen van een verse uiensoep en een rustpauze, besloten we om door te klimmen. Door naar het punt op 3250 meter waar een klein dorpje is. Dit tweede deel van de tocht bracht ons langs bomen behangen met mos. Alles was omhuld en omarmd door mos. En volgens onze gids is dat een kenmerk van schone lucht en dus geen luchtvervuiling. Echt heerlijk hoor, als je dan eens lekker kan zitten en op adem mag komen dan komt er verse berglucht naar binnen.

Na nog een paar honderd meter te hebben geklommen, kwamen we eindelijk aan op het eindpunt van vandaag. Er waren zelfs 3 ‘Guesthouses' en een kaasfabriekje, waar ze kaas maakten van de melk van de yak. We verbleven in ‘Hotel Red Panda' op 3250 meter hoogte. De ‘Red Panda' leeft alleen nog hier in Nepal en is het boegbeeld voor het ‘Langtang National Park'. Binnen was het knus en gezellig. We werden vergezeld door een Duitse docter in opleiding met Iraans bloed en door 8 Nepaleze jongeren die in een paar dagen even van 1100 meter naar 4500 meter klommen..

Zij kwamen vandaag van 4500 meter waar er een dik pak met sneeuw lag en waar het ijs- en ijskoud was. Dat zou de doelstelling voor ons worden; ‘Kaisakounda Lake' op ruim 4,5 kilometer hoogte. Alleen waren we totaal niet gekleed op al die kou. In m'n backpack heb ik 1 korte broek, 1 afritsbroek, 2 t-shirts en een net gekocht regen werend vest. Walter had ongeveer dezelfde kledingkast en nee, daar ga je geen bergen mee beklimmen. Behoorlijk stom eigenlijk van ons, we hadden er eigenlijk nieteens overna gedacht. En momenteel op 3,2 kilometer hoogte was het ook kouder dan te hebben gedacht. Zeker na de zonsondergang.

Toen begon het toch vervelend koud te worden. Walter ging al vroeg naar bed en ik bleef nog even met de docter praten. Rond de klok van 20.30 ging iedereen naar bed en kwam ik ons houten hutje binnen. Het hout leek wel van ijs te zijn en alles wat je aanraakte voelde dood, koud en kil aan. Zelfs het kussen was bevroren. Walter lag inmiddels met 3 dekens om zich heen gevouwen en lag nog steeds te rillen. Dit betekende wel dat er nog maar 1 deken overbleef waar ik me als een ‘Hema-hotdog' inrolde. Tegen de klok van 23.00 uur waren m'n oogleden bevroren en ging ik op zoek naar een deken. Buiten was niemand te vinden, alle deuren waren op slot. Ik ging maar een rondje lopen en probeerde wat foto's te maken van de sterrenhemel, wat een aangename tijdsvulling was.

Dag 136

Eenmaal terug in bed was het een marteling om in slaap te vallen. De hoogte doet wat met je, zeker als je normaal gesproken 7 meter onder zeeniveau leeft. Toen wist ik al dat dit punt het maximum zou worden van onze bergtrip. De volgende morgen zaten we gehavend aan het ontbijt en bespraken we, met de gids, de route terug. De gids die niet goed had geslapen en last had van zijn maag. Kortom; drie losers temidden van de hoogste bergen van de wereld. Jammer genoeg was het weer nooit helemaal helder want om ons heen stonden bergen variërend tussen de 4000 en de 7800 meter.

We gingen voor de afdaling, eerst terug naar het 2600 meter punt. Afdaling is vele malen makkelijker en kost minder tijd. Alleen vergt het meer kracht van de kuitspieren en de bovenbenen. Het was ook ngeen een moment vlak, dus dat ga je op een gegeven moment wel voelen. Maar vele malen sneller dan verwacht kwamen we aan bij het 2600 meter punt waar we gingen lunchen. Walter voelde zich nog goed genoeg om terug naar Dhunche, 2050 meter, en dat deden we dus.

Halverwege de middag en op zo'n 30 minuten lopen van Dhunche, kwam het opeens met bakken uit de hemel. M'n regenjack gebruikte ik als bescherming van m'n camera en laptop. Ik wikkelden deze kostbaarheden in en deed ze in mijn tas. Op hoop van zegen want er was nergens een plek waar we konden schuilen. Na tien minuten lopen, begon het nog harder te regenen en gelukkig kwamen we langs een klein houten huisje.

Zeiknat dropen we naar binnen. Het was een krakkemikkig huisje met een lekkend dak. Hier woonde een oud Nepalees stel van een jaar of 60. ‘Binnen' brandde een klein vuurtje. Ook lagen er nog eens vier andere mensen in de slaapkamer, te schuilen voor de regen. Moet je nagaan; het regent pijpenstelen en zomaar komen er 7 doorweekte, wildvreemde mensen je huis binnen van nog geen 5 vierkante meter. Vervolgens gaan ze ook nog eens op je bed liggen en maken ze alles nat. Kan dat in Nederland?



Ik checkte mijn tas en gelukkig was de inhoud nog redelijk droog. Het vuurtje vulde de hele kamer met warmte, maar ook met rook. En mensen die kampvuurtjes hebben gemaakt, weten dat je ogen dan helemaal wegbranden, tranen en pijn doen. Pas na een halfuur verlieten we het huisje en leidde een modderig pad ons naar ‘Dhunche'. Hier vonden we het ‘Langtang view Hotel' waar we uitgeput, doorregent en verhongerd aankwamen. Ik had een oer-Hollands bordje gekookte aardappelen. Deze aardappelen hadden stuk voor stuk wel een jas. Om 20.00 uur kropen we al ons bedje in waar we als blokken in slaap vielen.

Dag 137 en 138

Vooral dag 137 stond in het teken van herstelwerkzaamheden voor onze tere Hollandse lichaampjes. Spierpijn tot op het bot van het afdalen, dat werd dus met de beentjes omhoog, lekker niks. Het was zaterdag en de gids vertelde dat er vandaag geen bus naar Kathmandu ging. Tot onze verbazing hoorden we dat de bus wel was gegaan en we vroegen ons af waarom de gids daarover had gelogen. De gids, die tot dusver, geloofwaardig, eerlijk en betrouwbaar overkwam, werd met het moment ongeloofwaardiger.

Hij had ons veel over zijn leven verteld; meer dan ons lief was. Over zijn slechte huwelijk, zijn troosteloze toekomstplannen en zijn hekel aan zijn baas. Het leek wel alsof hij niet naar huis toe wilde en dat hij alles eraan deed om ons hier in ‘Dhunche' te houden. De dag ging zonder al te veel poespas voorbij. Alleen de hoeveelheid koppen uiensoep die Walter naar binnen slurpte staan gelijk aan het aantal BigMac's die we in totaal hebben verorberd deze reis.

Half 7 en met het 7e klopje op rij van de gids, raakten we gewend aan het vroege opstaan. Dat werd vandaag beloond met een prachtige zonsopkomst. De zon was nog onzichtbaar, maar schoot langs de pieken van de ‘Langtang Mountain' de lucht in. Het was echt geweldig om te zien, de lucht was ook zo helder en schoon. Vervolgens ging ome Walter weer aan de uiensoep en nam ik een ‘fruit porridge' als ontbijt.

Normaal gesproken zou de bus even over zeven uur vertrekken richting Kathmandu. Maar normaal is het hier niet in Nepal. Er was een ‘strike' gaande in Kathmandu wat neerkomt op een staking. 2011 Zou voor Nepal het jaar van het toerisme worden en iedereen beloofde heilig om Nepal ‘strike-free' te houden. Alleen is het er niet van gekomen. De regering beloofde een nieuwe grondwet deze maand, maar dat wordt voor de zoveelste keer uitgesteld. Het schijnt een zooitje te zijn in Nepal, en nu het regenseizoen er aankomt, zal er weinig meer verdiend worden.

Van het zooitje buiten Kathmandu hebben we niet gemerkt. Alleen nu de bus niet ging dus. Wat ging het worden; weer een dag wachten of werd er actie ondernomen. De gids was in zijn nopjes dat de bus niet ging en begon spontaan te zingen, te dansen en te grappen. Gelukkig waren er drie Russen die maandag 16-5 een vliegtuig moesten pakken in Kathmandu. Zij moesten hoe dan ook naar de hoofdstad dus ze regelden een prive-Jeep. De chauffeur moest eerst 6 uur naar ‘Dhunche' rijden om vervolgens weer in 6 uur terug te keren in Kathmandu. Dit alles voor het schappelijke bedrag van 120 euro.

Wij vertelden ze eerlijk dat we graag mee wilden, maar dat we geen haast hadden en dat we wel een dag konden wachten. Voor een kleiner prijsje wilden we wel meerijden en daar gingen ze mee akkoord. Wij betaalden tien euro per persoon. Alleen toen kwam de aap uit de mouw die deze hele trip toch een bittere nasmaak heeft gegeven. De trip was over, maar de gids verwachtte van ons dat we voor hem zouden betalen. En na 6 dagen gezellig, lachen en vriendschap begon hij opeens een andere toon op te zetten en een beetje het slachtoffertje spelen. We konden het niet over ons hart verkrijgen en betaalden ook voor hem..

De Jeep vertrok pas om 14.00 uur, ondertussen hadden we alweer 7 uren lopen lantefanteren. Walter en ik namen voorin plaats en zaten krapjes, maar comfortabeler dan de bus. Wel konden we nu de hele weg voor ons zien, inclusief alle afgronden. En geloof me, dat is geen pretje. Het is al je vertrouwen in de chauffeur leggen en het lot maar laten beslissen. Sommige stukken zijn het aanschouwen niet waard. Ook hadden we nog een lekke linker achterband, die de chauffeur binnen een half uurtje weer had gerepareerd.

Ondanks dat ik m'n camera niet bij de hand had, was het uitzicht fenomenaal. De zon ging onder, het landschap was rood verlicht, de terrassen met gewassen stonden fier overeind en het was een genot om dit te mogen zien. Nepal is echt fantastisch. Het leven ligt hier 100 jaar achter. De mensen leven met de middelen die ze hebben, ze leven van het land, tussen de hoogste pieken van deze aardbol.

De hele trip was weer een financieel dieptepunt, maar de ervaringen zijn weer groots. Ondanks alles zijn we toch tot 3300 meter geklommen en hebben daar in de vrieskou een nachtje weten te overleven. We hebben het pure leven van Nepal gezien en dat is wat we wilden. Nu resten ons nog 9 volle dagen in Nepal!

NEPAL,
Sander

Reacties

Reacties

Roel

De snicker van Walter of de snikkel van Walter????

J F

Ok mannen geweldig verhaal schitterende foto's.

opa sneek

Hallo sander en Walter,
Jullie verhaal gelezen, maar het
is nog niet helemaal tot mij doorgedrongen. De physieke en psychise inspanningen, die jullie hebben moete doorstaan zijn in het verhaal duidelijk herkenbaar.
De laatste 2 alineaas zijn een prachtige samenvatting
van jullie ervaringen.
Het zijn dagen waarin je in een week 7 jaar ouder wordt, maar ook geweldige ervaringen hebt opgedaan en tegenslagen hebt overwonnen.
Als je geen planning vooraf maakt, loop je risico"s.
Maar het verhaal weerspiegelt eveneens dat jullie het gehele avontuur hebben beleeft met een lach en een traan.
Toch weer meer KEREL geworden, wat je toekomst ten goede komt.
Rust lekker uit en dan met nieuwe moed verder.
Nog een paar weekjes en het hollandse zonnetje, het lekkere bedje thuis, het niet te versmaden lekkere eten en alle weelde in nederland zal weer heel gewoon en vanzelfsprekend worden

PS.
Mw Hillegers. Van harte beterschap toegewenst. Het gaat u goed.

Mam pomp

Jongens, fantastisch verhaal!

Margareth Hillegers

aan opa Sneek:
Dank u! Gaat alweer stukken beter.

Mam pomp

Margareth, ik heb er overheen gelezen, maar las bij het teruglezen dat je een echo moest laten maken. Ik las net je reactie en je schrijft dat het alweer stukken beter gaat. Sterkte!

Dennis

Respect man, volgende keer weer een stukje hoger, gewoon in Europa :P

10eke

Wat een hoop meegemaakt weer!!
Ik hoop dat jullie weer goed opgeknapt zijn verder,
en dan de laatste weekjes een hoop lol zullen hebben en mooie dingen gaan zien.

Genieten hoor!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!