SanderHillegers.reismee.nl

Nieuw avontuur: www.tipsthailand.nl

Hallo iedereen!

Zo'n drie jaar geleden schreef ik mijn laatste verslag op deze site. Na een geweldige reis samen met Walter is het even stil geweest en heb ik mij vooral gefocust op het lesgeven in Nederland en samenwonen met Mariska. Toch heeft het altijd gekriebeld om weer voor langere tijd weg te gaan en nu is het bijna alweer zover! Eind augustus vertrekken we richting Thailand.

Mariska en ik gaan voor een periode van ongeveer 6 maanden richting Thailand. Daar gaan wij niet alleen rondreizen maar ook onze ervaringen delen op een nieuw platform. Helaas niet meer een van 'dag-tot-dag-update' maar handige tips voor mensen die naar Thailand gaan of het interessant vinden om ons gedurende een langere tijd te volgen. Ik ga mij vooral richten op het maken en bewerken van foto's en video's en het schrijven van meerdere blogs per week. Mariska richt zich op het onderhoud van de website, het schrijven van blogs en het optimaliseren van onze vindbaarheid in Google bijvoorbeeld.

Hier kun je ons vinden: www.tipsthailand.nl

We zien je daar graag terug!
Sander

Thuis

Thuis 31-5-11 Heerhugowaard

Ouders, broers, vrienden, schoonzus, schoonouders en Kaki. Zij trotseerden de vroegte van een 'doodnormale' vrijdagochtend om twee uitgetelde reizigers van Schiphol op te pikken. Na precies vijf maanden tijd, was het een mooi weerzien!

's Nachts, 26 mei, en we vlogen van Kathmandu naar Hong Kong. De vlucht besloeg slechts vier uurtjes, maar toen we uitstapten was de nacht alweer voorbij en stond de zon al hoog in de lucht. We besloten deze reisdag nog eens flink uit te pakken wat betreft het kopje: 'fastfood'. We waren nog geen half uur in Hong Kong en de eerste 'Whopper' (van de Burger King) was alweer een feit. Na een goede drie weken 'bende' eten in Nepal, kon deze 'bende' er nog wel bij.

Ik val waarschijnlijk in herhaling, maar het eten in Nepal was werkelijk waar troosteloos te noemen. De hygiene is bedroevend, de smaak smakeloos en de geur was interessant. In die weken heb ik menig bezoekje gebracht aan het 'toilet' - gat in de grond. Het weerzien met Hong Kong was dan ook prettig te noemen. We konden zelfs genieten van 'het naar de wc gaan op het vliegveld'. Zo schoon, netjes en hygienisch dat de toiletpotten erbij lagen; zo vredig. Het was een genot om fastfood en het toiletbezoek te combineren.

Enigszins opgeknapt gingen we op zoek naar een hotelkamer. Na een uur met de metro en taxi vonden we een hotelkamer. Het was inmiddels tegen de klok van 9 en we hadden de hele nacht nog niet geslapen. We besloten de gordijnen dicht te doen en een paar uur te gaan slapen. Dit lukte uitstekend en pas rond de klok van 15.30 werden we wakker. Dat betekende dat we nog even tijd hadden voor de allerlaatste souvenirs en... de McDonalds natuurlijk.

's Avonds laat lieten we de hotelkamer achter en pakten we de metro naar het vliegveld van Hong Kong. Het vliegveld waar we inmiddels al voor de vierde keer heen gingen. We hadden een combinatieticket bij 'Cathay Pacific' en die vliegt al haar reizen via Hong Kong. Deze vliegtuigmaatschappij krijgt van mij voor de tweede keer (op dit blog) de warme douche. De prijs-kwaliteit verhouding is schappelijk, de service in het vliegtuig is uitstekend en wij konden keer op keer de vluchtdata kosteloos en binnen 5 minuten wijzigen.

Een warme douche die ik eigenlijk wel kon gebruiken toen we uitstapten na een 11-uur-durende vliegreis. Een vliegreis die na 8 uur toch wel een beetje vervelend begon te worden. Concentratie om een film te kijken is weg, inmiddels weet je niet meer hoe je moet zitten, proberen te slapen is energieverspilling en je telt de minuten die een voor een verstrijken.

Maar toen we eenmaal geland waren, werd het toch wel even spannend. 'Wie zouden er staan, hoe zal de ontvangst worden?' Nadat we de bagage hadden opgehaald, was het dan zover. Na bijna 150 dagen weg te zijn van huis, zie je iedereen die je lief is in een oogopslag. Geweldig was dat ik als eerste Kaki in m'n armen mocht sluiten en daarna m'n ouders. Vervolgens m'n broertje die mij begroette met de woorden; 'gadverdamme je stinkt man'. Ja.. dan ben je echt thuis!

Ook stond m'n broer er, de vriendin van mijn broertje en de ouders van Mariska. Inderdaad; de tegenhanger van 'Opa Sneek': '10eke'. Geweldig was ook dat er een groot aantal vrienden van de voetbal op ons stonden te wachten. Uiteraard was ook de familie van Walter ruimschoots vertegenwoordigd. Wat fantastisch dat al deze mensen rond de klok van 05.00 uur voor ons waren opgestaan en ons hebben opgehaald vanaf Schiphol.

Het thuiskomen was dan ook 'vlekkeloos'. Ik heb weinig tot niet hoeven wennen. Het leek allemaal weer heel snel oud en vertrouwd. Vrijdagochtend zaten wij thuis alweer met 8 man aan de ontbijttafel. Direct had ik de meegebrachte souvenirtjes aan iedereen uitgedeeld, waar iedereen gelukkig erg blij mee was. Op veler verzoek ging ik direct na het ontbijt richting de douche om vervolgens eens schone kleding aan te trekken. M'n moeder en Kaki hadden al wat nieuwe kleding voor me gekocht, zodat ik al wat in mijn kast had hangen! Om nou een paar dagen in een Vietnamees pak rond te lopen, lijkt mij ook niet zo geslaagd..

Die avond werd direct het spelbord van 'Catan' erbij gepakt en was alles weer zoals het hoorde. Zaterdagavond nodigde ik de vrienden van de voetbal uit en zondagavond stond ik alweer bij Dennis op de stoep. Maandag was ik bij mijn schoonfamilie en intussen heb ik alweer op 3 verschillende plekken een nieuwe tandenborstel uitgepakt.

Als klap op de vuurpijl ben ik vandaag, dinsdag, teruggegaan naar basisschool 'De Kleine en de Grote Beer' waar ik voordat ik op reis ging, had gewerkt. Het weerzien met collega's, ouders en natuurlijk de kinderen was inspirerend te noemen. Wat een mooi vak, de kinderen waren dolenthousiast en ook ik ging met groot plezier langs de klassen om wat spannende reisverhalen te vertellen. Met open mond en in volledige stilte werd ernaar geluisterd. Heel mooi! Vooral het verhaal van het auto-ongeluk en de krokodil deden het goed.

Momenteel ben ik bezig met het vinden van een fulltime baan voor volgend schooljaar. Het krijgen van een klas, schijnt in deze tijd moeilijk te zijn aangezien alles 'intern' moet worden opgelost. A.s. maandag heb ik in ieder geval al een sollicitatiegesprek voor een fulltime baan in Schermerhorn. In de tussentijd zal ik mijn ogen en oren open houden en langs een aantal mensen gaan om te kijken wat er allemaal mogelijk is voor volgend jaar. Nu is het invalwerk doen, schulden bij m'n ouders afbetalen en genieten van het leventje thuis!!

Van iedereen krijg ik vragen als; wat is het mooiste... wat is de leukste.... Op zulke vragen heb ik meestal geen antwoord. Dit om de simpele reden dat er zoveel is gebeurd in zo'n korte tijd dat ik nog even tijd nodig heb om alles in perspectief te plaatsen. Ik kan wel een antwoord geven op de vraag; wanneer de reacties op het blog mij het meeste deden. En dat was na de dag van het auto-ongeluk. Ik opende m'n reismee-website en daar stonden in totaal zo'n 23 reacties van verschillende mensen. Allemaal met oprechte, bezorgde en lieve reacties. Op dat moment was het fijn dat er zoveel mensen met ons meeleefden en ons op dat moment steunden.

Ook vandaag kreeg ik meerdere malen te horen dat de 'rake' reacties van Opa Sneek een genot waren om te lezen. Enkele ouders van kinderen van basisschool 'De Kleine en de Grote Beer' volgden de reis op de voet en dus ook de reacties van Opa Sneek die hoorden bij dit blog. Elke ochtend als ik wakker werd, kon ik altijd weer eerlijke, kritische en gemeende reactie van Opa Sneek tegemoet zien.

Nu alles weer bedaard en gewend is, is het toch echt de hoogste tijd om afscheid te nemen van dit blog. Ik heb geen reacties van de mensen om mij heen nodig omdat ik ze nu persoonlijk kan spreken en dat is uiteindelijk toch waar het om gaat. Het reisleven zet ik even op een laag pitje omdat Kaki en ik geld gaan sparen om over een paar maandjes te gaan kijken naar een klein stulpje in de omgeving van Heerhugowaard. Mocht het pitje weer eens ontbranden, schroom dan niet om, over een jaar of twee, nog eens op deze site te komen kijken..

Time will tell,
Sander

PS. Mijn schoonvader heeft tijdens onze reis een eigen bedrijfje opgestart. Dus voor degene die geinteresseerd of op zoek is naar geluidsapperatuur, tuners of versterkers. Neem een kijkje op: www.tubejack.nl

Slotakkoord

Slotakkoord Australië, Fiji, Nieuw-Zeeland, Hong Kong, Macau, Vietnam, Thailand, Nepal Mei 2011

Wel eens..

Wel eens je baan opgezegd om te kunnen reizen? Wel eens je vriendin verteld dat je zonder haar gaat reizen? Wel eens meer dan 22 uur opgevouwen gezeten in een vliegtuig? Wel eens afgevoerd in een ambulance richting het ziekenhuis van Sydney? Wel eens gezien hoe de keel van een geit wordt doorgesneden met een bot mes? Wel eens boven de veertig graden koorts gehad in een ontwikkelingsland? Wel eens tussen de haaien en de tropische vissen gezwommen? Wel eens voedselvergiftiging gehad? Wel eens van te voren gehoord dat er een aardbeving plaats zal vinden; die daadwerkelijk plaats ging vinden? Wel eens bergen beklommen zonder te weten hoe je heelhuids beneden zal komen? Wel eens met honderd kilometer per uur van de weg geraakt, een boom geraakt, over de kop gevlogen en in een rivier beland? Wel eens in een net-verongelukte auto gezeten waarbij het water naar binnen stroomde en je door een kapotgeslagen raampje naar buiten moest zwemmen? Wel eens, zonder enige ervaring, tweeduizend kilometer op een schakelbrommer door een onbekend land gereden? Wel eens verkeerssituaties meegemaakt waarbij je liever je ogen dichtdeed? Wel eens bestolen geweest in het buitenland? Wel eens op 5 meter gestaan van een wilde krokodil? Wel eens oog in oog gestaan met slangen en spinnen die je binnen een uur kunnen doden? Wel eens tijdens het instappen van een bus gehoord dat er gemiddeld twee bussen per maand het ravijn instorten waarbij er zo'n 20 doden vallen? Wel eens binnen 5 maanden al je spaargeld erdoorheen gejast?

Filosoof

Inderdaad. Verantwoord, doordacht, slim, logisch en volwassen klinkt het bovenstaande niet. Sterker nog; dat is het ook niet. Toch is dit de reis die wij hebben gemaakt. De reis van ons leven. De reis die wij nooit zullen vergeten. De reis die wij toch maar ‘even' samen hebben gemaakt. Zo'n jaar of vijf geleden zeiden wij tegen elkaar: ‘Als we afgestudeerd zijn en genoeg geld hebben, gaan we samen een wereldreis maken'. Zo'n vijf en een half jaar later, zittend op een dakterras van de hoofdstad van Nepal, schrijf ik mijn laatste reisverhaal.

Ik heb inmiddels al een aantal reizen mogen meemaken. Met Mariska ben ik naar Thailand en Marokko geweest, met Dennis ben ik naar Noorwegen gegaan en met Walter natuurlijk deze trip. Reizen is voor mij iets heel bijzonders. Reizen is confrontatie en verre van makkelijk. Reizen is jezelf buiten die ‘comfort-zone' plaatsen. Buiten alle gemakken van thuis. Situaties die je thuis ontwijkt of ontloopt komen geheid aan de orde in verre landen. Eigenschappen die je bezit en die je normaal gesproken weg (probeert te) stoppen, komen hoe dan ook aan de oppervlakte. Wat blijft er nog van je over als alles anders gaat dan dat je had verwacht, je aan de andere kant van de wereld zit en niet naar huis kan?

Dan kom ik gelijk op hetgeen wat ik geleerd heb tijdens deze reis; controle. Iedereen is op zoek naar controle. Iedereen wil zijn of haar leven controleren en het gevoel hebben dat ‘ze alles in eigen handen hebben'. Ik heb geleerd dat, dat (bijna) niet bestaat. Er zijn zoveel dingen tijdens deze reis gebeurd dat ik er van overtuigd ben geraakt dat je over heel veel situaties geen controle hebt. Een simpel voorbeeld is een busreis in Nepal. We hebben nu zo'n 4 grote busreizen gemaakt en onderweg hebben we meerdere bussen gehavend langs, onder of naast de kant van de weg zien liggen. En gehavend is dan nog zacht uitgedrukt. Wat hadden die inzittende daar aan kunnen doen?

Walter en ik hebben onszelf letterlijk in het diepe gegooid en gek genoeg maakten we ons weinig druk. Wij kwamen vaak 's avonds laat of 's nachts aan in ‘nieuwe' landen. Bij aankomst wisten we helemaal niets. Wat is de wisselkoers? Waar willen we naar toe? Wat kost een taxirit? Wie kunnen we vertrouwen? Waar willen we slapen? En altijd vonden we wel een geschikt vervoersmiddel en wisten we altijd wel iemand te vinden die we konden vertrouwen. Overal ter wereld lopen er mensen rond die je oprecht willen helpen.

Zo waaide, tijdens een brommertrip in Vietnam, mijn helm van mijn hoofd. Een Vietnamees raapte ‘m op en reed ermee weg. Ik dacht toen hardop: ‘Ben ik nu bestolen of word ik nu geholpen?'. Ik ging maar even langs de kant van de weg zitten om het af te wachten. Nog geen 10 minuten later kwam de Vietnamees terug met mijn helm. Hij was naar een kleermaker gereden om het gespje te laten maken.

In Nieuw-Zeeland moesten we het vliegtuig naar Hong Kong pakken. We hadden het bizarre plan gekregen om de vlucht te vervroegen en de volgende dag liftend naar het vliegveld te gaan. We hadden vier uur de tijd om 120 kilometer liftend af te leggen, maar dat bleek moeilijker dan verwacht. Midden op de snelweg; de tijd tikte weg en niemand die voor ons wilde stoppen. De moed zakte met de minuut weg en op het moment dat we het even niet meer zagen zitten, stopte er een Irakeze man. Ik vroeg hem direct waarom hij wél voor ons stopte? ‘Ik zag dat jullie hulp nodig hadden', was zijn antwoord. Als klap op de vuurpijl bracht hij ons direct naar het vliegveld en moest hij tientallen kilometers omrijden.

Cijfers

Zo zijn er nog tal van voorbeelden die ik kan opnoemen. Alleen ga ik dat niet doen, want die zijn in de ‘90 voorgaande reisverslagen' al uitgebreid aan de orde geweest. Noem het ‘inzage geven', noem het trots, noem het opscheppen. Hier een aantal statistieken; Elk reisverslag werd gemiddeld 175 keer gelezen; variërend tussen de 113 en de 478 keer. Tijdens de reis heb ik zo'n 7.000 foto's gemaakt waarvan ik er 542 heb tentoongesteld. Op de reisverslagen en -foto's zijn in totaal 656 reacties geplaatst. ‘Opa Sneek' heeft hier een groot marktaandeel in. Al met al is deze ‘reismee-website' zo'n 75.000 keer bezocht.

De reis, de gebeurtenissen, de lezers en de reacties hebben mij keer op keer weer de inspiratie gegeven om te blijven schrijven. Ik hoop dat ook ik mensen inspiratie heb gegeven om zelf een reis te gaan maken; om een ticket te kopen en de backpack om te binden. De komende jaren zal ik in ieder geval verhalen en avonturen blijven vertellen aan de leerlingen die bij mij in de klas zullen zitten en wellicht worden het allemaal wereldreizigers!

Tot slot

Over een aantal dagen zie ik Kaki weer, m'n familie en m'n vrienden. Over een paar dagen nemen Walter en ik afscheid van ons reisleven en zeggen we een onvergetelijke tijd vol met avontuur, ervaring en vriendschap gedag en begint het echte leven weer in Nederland. Ik ben blij en dankbaar voor deze totale ervaring en ik bedank iedereen die een beetje met ons mee heeft kunnen reizen via dit blog. Wat een tijd..

Home sweet home!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Sander

Dag 141 en 142

Dag 141 en 142 18 en 19-5-11 Pokhara

De kop is eraf; wordt gezegd wanneer er e en begin is gemaakt. Ik zeg nu: ‘De baard is eraf'. Honderd tweeënveertig dagen aan baardgroei binnen 5 minuten eraf. Dat luidt meteen het tijdperk in van het afbouwen en het richten op het thuiskomen.

Woensdagochtend , dag 141, vroeg ging de wekker rond het onmenselijke uur van 6. Onderweg naar de bus kochten we wat fruit waarna een busrit van 5 a 6 uur op ons stond te wachten. Van te voren werd ons verteld dat het een aangename rit ging worden. Aangenaam voor Nepalese begrippen uiteraard. Maar het viel inderdaad mee. We zijn inmiddels de busrit van 7 uur naar ‘Dhunche' gewend en daar kan niets of niemand aan tippen. Alles wat daar niet in de buurt komt is een makkie. Tijdens een tussenstop brunchten we bij een ‘ballentent' waar we een vegetarische ‘Club Sandwich' bestelden.

De reden hiervoor; als je ‘with meat' bestelt is er weer iets extra's wat ze kunnen verpesten. Hele brokken rode ui zaten erin, vermengd met zeiknatte koolsla. Ze zijn goed in het vermommen, want op het oog lijkt het een lekker broodje. Nee, het eten is hier zachts gezegd nog niet ontwikkelt. Tegen het middaguur kwamen we aan in ‘Chitwan'. Ik had deze plaatsnaam vorig verslag verkeerd geschreven. Ik schreef toen: ‘Shitwan'. En uiteindelijk lag de laatste benaming toch dichter bij de waarheid.

We stapten uit op de rand van het National Park waar het ruim 40 graden was. Ook werden we onthaald als levende ‘credit cards' en prompt werden we in een Russische Jeep uit de Tweede Wereldoorlog gedouwd. De Jeep moest nog even worden aangeduwd om ons vervolgens naar het ‘Rainbow Resort' te brengen. De voelsprieten gingen alweer omhoog staan want het leek meer op een sekte. Mensen die zo overdreven aardig doen..

Uiteindelijk ‘moesten' we gaan praten over een jungle-tour. Een volle dag kostte in eerste instantie 160,- euro per persoon. ‘No, that's for two persons' na verbaasd te hebben gereageerd. Er werd weer een vies spelletje gespeeld en we vertelden hem eerlijk dat we de boel niet vertrouwden en dat we rond gingen kijken bij andere hotels. Dat deden we, maar vrolijk werden we niet. Zo on-vrolijk dat we helemaal nergens meer zin in hadden. Iedereen probeert je een poot uit te draaien en dat zijn we wel gewend, maar die dag, in die hitte, waren we er helemaal klaar mee.

We besloten uiteindelijk helemaal niks te boeken en zo snel mogelijk weer weg te gaan. Helaas waren alle bussen al vertrokken en waren we genoodzaakt om een nachtje te spenderen in het ‘Rainbow Resort'. Het resort waar er zo'n 3 uur per dag stroom is, waar het dus bloedheet is op de kamer en waar gedoucht dient te worden met kaarslicht. Uiteindelijk konden we de lol er nog van inzien en pasten deze twee luxepaardjes zich maar aan, aan de situatie.

Die avond ontmoetten we nog een ouder stel uit Bergen; wat op een tiental kilometer van Heerhugowaard ligt. Ze waren ontzettend aardig en stonden erop dat ze ons avondeten betaalden. Na lang aandringen accepteerden wij ook dit en hadden we nog een leuk gesprek met deze mensen. Zij hadden een georganiseerde 2-weekse tour gemaakt door centraal-Nepal. Ook vertelde de vrouw dat ze de eerste dagen in Kathmandu een aardige ‘cultuurshock' meemaakte. Maar zoals je dat wel vaker hoort, en ikzelf heb meegemaakt, verandert de shock na een aantal dagen in het ‘normaal vinden' en het zelfs waarderen.

De volgende morgen stond de volgende busrit alweer op ons te wachten. De bus van ‘Shitwan' naar ‘Pokhara'. Dat plaatsje scheen een ‘uitrustplaats' te zijn voor de toerist die even weg wilt van de drukte van Kathmandu en wilt genieten van de rust. Dat leek ons een puike plan, dus dat deden we ook. Wederom een busrit van 5 uur en we voelen ons al aardig thuis in de bus. We eisen de beste plekken, achterin, op en geven ze niet meer af. De plekken waar de benen nog enigszins strekbaar zijn.

Aangekomen in ‘Pokhara' werden we in een taxi geduwd en reden we naar een gebied met vele hotels en guesthouses. Na er drie te hebben bezocht pikten we de beste en goedkoopste eruit; uiteraard met gratis Wi-Fi. En na te zijn gesetteld vroeg ik om een schaar. Met deze schaar knipte ik binnen een paar minuten ‘mezelf' weg om uiteindelijk met een scheermesje de klus te klaren. Ik herkende m'n gezicht niet meer terug, het voelt raar en ja ik mis ‘m! Uiteindelijk kon ik alles vergeten toen we gingen eten aan het meer, waar net de zon onderging.

Nahet diner gingen met een taxi naar een supermarkt. Een grote supermarkt hebben we nog niet gezien in Nepal en we dachten daar goedkope etenswaren in te slaan. Dit plan slaagde eigenlijk niet, want het was even duur als de kleinere winkeltjes. Tijdens de terugreis werd het straatbeeld wat grimmiger. Er gingen mensen de straat op met brandende fakkels. Vooroorlogse tafferelen. Ze kondigden een staking aan voor de volgende dag, wat betekende dat er geenvervoer zal rijdenen maar enkele winkels open zullen zijn.

Het klinkt gevaarlijker en dreigender dan dat het daadwerkelijk is. Wij moeten er gewoon voor zorgen dat we op tijd naar Kathmandu gaan zodat we niet vast komen te zitten op 200 kilometer van het vliegveld. Ik verwacht hier geen problemen mee aangezien we pas woensdagavond 25 mei, naar HongKong vliegen.

Tevens zal dit mijn allerlaatste reguliere reisverslag van de totale trip zijn. Na 142 reisdagen in geuren en kleuren te hebben beschreven, wordt het tijd om alles even te laten bezinken. Alle geweldige, vervelende, mooie, leuke, spannende en noem-het-maar-op-momenten. Ik zal eerdaags gaan beginnen aan het eindverslag waarin ik de belangrijkste dingen nog even op papier zet. Deze trip heeft meer losgemaakt dan dat ik (wij) ooit hadden durven dromen. Het is een zinderende achtbaan geweest waar we de rest van ons leven profijt van zullen hebben.

Tot binnenkort,
Sander

Dag 139 en 140

Dag 139 en 140 16 en 17-5-11 Kathmandu

Daar stonden we dan! Op de middenstip van het grootste en belangrijkste voetbalstadion van Nepal. En uiteraard kun je het niet vergelijken met de Nederlandse speelvelden en stadions; laat staan de voetbalwedstrijd uit de ‘A-league' die we hebben gezien.

Dag 139 en Walter had een culturele trip in gedachten genaamd ‘Bhaktapur'. Eerst maar eens even rustig ontbijten, maar rustig schijnt hier niet te kunnen in het roerige ‘Kathmandu'. In de kleinste straatjes van deze hoofdstad is het een drukte van jewelste, zijn de wegen een grote gatenkaas, ruikt het iedere straathoek weer naar iets bijzonders, worden de brokken vlees tot moes gehakt en word je iedere 5 meter om een taxi gevraagd. Dat laatste werd na bijna 5 maanden reizen een ‘hekelpunt' waar we om konden lachen doch huilen.

‘Sir, you want taxi?' of ‘Hey you, where you go?'. ‘No thank you', werkt niet bij deze lui dus we besloten een andere manier toe te passen. Dat was de manier van: gillen. Ik weet het, het klinkt en is raar, maar dat was de beste manier om van ze af te komen. Gewoon een goede gil geven en ze wilden je zelfs niet meer vervoeren omdat ze dachten dat je gek geworden was.

Maar uiteindelijk hadden we de keuze om met de bus naar ‘Bhaktapur' te gaan, wat een uur duurde, of met de taxi, wat 30 minuten duurde. We kozen voor de makkelijkste en de duurste optie en betaalden vier hele euro's voor de rit. De buskosten zouden veertig eurocent bedragen. Aangekomen in ‘Bhaktapur' waren er weer overal zogenaamde ‘gidsen' die ons wel even rond zouden willen leiden. Die lui zijn hardnekkig. Dat is overal ter wereld zo, waar toeristen te vinden zijn en Nepal blijft zeker niet achter.

Feit is dat Nepal arm is. Nepal snakt naar geld en de inwoners willen het met zo min mogelijk inspanning opstrijken. In mijn ogen denken ze alleen aan de korte termijn. Het ‘nu' binnenhalen van geld; maakt niet uit hoe. Dat zie je ook terug in een gemiddeld hotel of guesthouse. Dat zie je terug in de (hoofd)wegen van Nepal. De wegen worden ieder jaar tijdens het regenseizoen weggespoeld en vernietigd door moeder natuur. Maar telkens weer bouwen ze de weg weer dezelfde manier op. Het is half-half werk. Op de korte termijn is de weg weer hersteld, maar op de lange termijn ben je meer geld en arbeid ‘kwijt'.

Hetzelfde met het toerisme en bijvoorbeeld de hike-tour die we hebben gemaakt. Degene die ons de reis had verkocht had in feite gelogen en vertelde maar de halve waarheid. Onze gids vond het uiteindelijk belangrijker om voor zijn eigen portemonnee te kiezen en ons voor het blok te zetten. Uiteindelijk trekken wij de portemonnee en zijn wij degene die met een zuur gevoel achter blijven. Uiteindelijk zijn zij degene die van het toerisme moeten leven. Wij boeken nu geen gids meer voor ‘hikes' vanwege deze ervaring. Dus wie is er uiteindelijk de dupe van?

Op de langere termijn werkt het beter als wij vol lof over de tour en de organisatie zouden denken en praten. Een voorbeeldje hiervan is de jungletour in Thailand. Die had ik twee jaar geleden met Kaki gemaakt en dat was zo goed bevallen dat ik er weer naartoe wilde. Dat kost meer tijd, energie en geld, maar uiteindelijk wordt het terugbetaald. Maar aan de andere kant kan ik niet oordelen over het leven in Nepal; gewoonweg omdat ik de luxe van het Nederlandse leven gewend ben. Misschien zou ik de toerist ook proberen op te lichten als ik een heel gezin moest onderhouden. Misschien zou ik ook alleen op de korte termijn denken aangezien je elke dag weer opnieuw moet ‘overleven'. Het simpelweg zeggen dat iets goed of fout is, is te makkelijk en te kort door de bocht.

Terug naar de activiteit van de dag; het bezoeken van de tempels. Tja, wat moet ik zeggen. Mooi, heel erg mooi. Indrukwekkend dat deze gebouwen, na 400 jaar, nog steeds zo mooi zijn. Nog zo goed onderhouden. Maar eigenlijk is het niks voor ons, wellicht over 10 of 20 jaar. We zijn eigenlijk niet geïnteresseerd in de bouwstijlen, in de verering van de goden en al die poespas. Toch was het goed dat we het even hebben gezien. Voor het goede gevoel namen we de stadsbus terug in plaats van de taxi. Dit bespaarde weer wat geld, wat o zo makkelijk ‘uitgeefbaar' is.

De volgende dag, genaamd ‘honderdveertig' begon en de doelstelling van de dag was; een busticket regelen naar de jungle! Dit was na 3 minuten al geregeld. Aan de receptie van ons hotel boekten we een 5-uur durende busreis van ‘Kathmandu' naar ‘Shitwan National Park' voor de volgende dag, 18 mei. De wegen zijn vele malen beter (wordt gezegd) en zijn lang niet zo spectaculair als de bergweggetjes richting ‘Dhunche'

De doelstelling was gehaald en we hadden niks op het programma staan. Tot op het moment dat we bedachten dat we het voetbalstadion van Nepal wilden zien. We pakten een taxi naar het stadion en zonder ook maar 1 keer gecontroleerd te worden, liepen we gewoon het stadion binnen en uiteindelijk het veld op. Het veld wat ondertussen besproeid werd door wat Nepalese dames; die het veld eigenlijk veranderden in een moeras. We maakten gebruik van de gastvrijheid van de mensen en namen, op de middenstip, een foto van deze bijzondere ervaring.

Vervolgens werden we van het veld afgestuurd en kregen we te horen dat er die middag nog een wedstrijd te zien was. Het was een competitiewedstrijd en ja; dat wilden wij wel bijwonen! We kochten die middag een kaartje voor 2 euro per persoon en mochten de wedstrijd vanaf de hoofdtribune bijwonen. De wedstrijd was zachts gezegd niveauloos alhoewel het arbitraire kwartet zeer professioneel was. De thuispartij; ‘Boedha FC' won met 2-1. Vooral de keepers waren om te huilen, niet normaal.

Deze leuke, onverwachtse invulling van de dag was een welkome verrassing. Die namiddag spendeerden we in onze hotelkamer waar Discovery Channel een fijn tijdverdrijf is. Morgen gaan we dus naareen groteplaats op de rand van de jungle. We hebben gehoord dat je daar jungle-tourtjes kunt doen voor zo'n 10 a 20 euro per dag. Ik heb 0,0 verwachtingen, we gaan het allemaal zien. Morgen de bustocht en de wekker om 06.00 uur, verder zien we hoe het einde van de trip zich gaat ontvouwen. Alles is meegenomen!

Op een 7 volle, goede,resterende dagen in Nepal,
Sander

Dag 130 t/m 138

Dag 130 t/m 138 7 t/m 15-5-11 Dhunche

Enerverende dagen, dat zijn de twee woorden die tot nu toe bij Nepal passen. Er zaten moeilijke, zware, spannende, grappige, geweldige en niet-te-vergeten momenten tussen en dat alles in een tijdsbestek van ruim zeven dagen. Deze reis wacht op niemand en dendert maar door, door en door..

Dag 130

Dag 130 bestond uit het verder uitwerken van ons plan. Het plan genaamd; hoe gaan we door Nepal reizen, waar, wanneer en ‘how much'. We verlieten onze hotelkamer en raakte in gesprek met de broer van de hoteleigenaar; een gladjakker. Hij bood ‘trekkings' aan met gids door de bergen in het ‘Langtang National Park'. Nadat hij de prijs had genoemd waren we al snel klaar met deze man, maar toch hield ons iets tegen om weg te lopen.

We gingen naar zijn bureau in het centrum van de stad waar we nog meer informatie en foto's van de omgeving te zien kregen. Hij maakte een ‘special price for special friends' voor ons. Er werd wat gegoocheld met de rekenmachine; wat overheidsbelasting erbij, percentage zus, percentage zo. Uiteindelijk kwam hij alsnog te hoog uit en we wilden weglopen. We zeiden; we gaan het zelf wel regelen. Toen kwam het grootste onzinverhaal; waar we overigens finaal in trapten. Hij zei iets in de trant van; je kan alleen naar het national park als je een georganiseerde reis hebt geboekt of een eigen gids mee hebt. Anders zit je 7 uur in de bus voor niets en dan word je, zonder pardon, terug gestuurd.

Wij gingen alleen akkoord met een 7-daagse toch voor een lagere prijs. Na wikken en wegen vonden we een middenweg, waar hij alsnog miljonair van is geworden. Later die dag ontmoetten we onze gids, genaamd: Mr. Guide. Hij nam ons mee door de straten van Kathmandu waar we een pasfoto moesten laten maken. We bestookten hem meteen met vragen; waar gaan we precies heen, hoe ver is het lopen, hoe laat staan we op?

Uiteindelijk namen we afscheid van Mr. Guide en spraken we de volgende morgen om 06.30 af in het ‘Diplomatic Hotel'. Het hotel waar ratten over het plafond heen dribbelen, waar bruin water uit de douchekop komt en waar de stroom schaars is. Leuk feitje is dat Nepal zelfvoorzienend is qua stroomgebruik. Zelfvoorzienend omdat ze 100% afhankelijk zijn/gebruik maken van groene stroom. Ze hebben geen ‘Power Plants' of wat dan ook. Groene energie; met name de kracht van het water. Maar als het een tijdje niet heeft geregend, of als de rivieren minder sterk stromen dan betekent dat geen stroom voor Kathmandu want ze kunnen de stroom niet opslaan. Wel hebben de rijkere Nepalezen onder ons een kleine ‘generator'.

Dag 131

Dag 131 brak in al haar vroegte aan en ik wist meteen hoe laat het was; tijd om ziek te worden. Het kuchje in mijn keel van de afgelopen dagen had zich uitgedrukt in een rauwe strot en de maag leek 360 graden te zijn gedraaid. Heerlijk vooruitzicht op 6 dagen stevig hiken en beter nog; een 7 uur durende busrit. Het woord busrit heeft een hele andere dimensie gekregen na dag 131. Iedereen die ook maar durft te zeggen dat busritten in Nederland oncomfortabel zijn, nodig ik uit om de bus van Kathmandu naar Dunche te pakken.

Oncomfortabel is niet het juiste woord; angstaanjagend ligt er dichter bij. Na 5 minuten in de bus te hebben gezeten vertelde de gids hetvolgende; ‘deze maand zijn er twee bussen in het ravijn gestort met 20 doden tot gevolg' en ‘ik heb vaker in dit soort bussen gezeten en er worden mensen misselijk en kotsen tegen het raam aan, op de vloer of op de stoelen voor hun'. Heerlijk zo'n begin van de dag. De wegen zijn ook echt troosteloos te noemen. Asfalt met alleen maar gaten erin. Nee eigenlijk; gaten met asfalt ertussen. Het kwam geregeld voor dat je gewoon een ‘air time' had van 1 seconden. Je werd op je stoel van links naar rechts gesmeten terwijl je over slingerweggetjes reed met een afgrond van tientallen - dan wel - honderden meters links van je. Natuurlijk geen vangrail..

In de bus zaten er zo'n 30 man, maar bovenop de bus zaten er nog eens 20 man extra. Bi-zar. Om de zoveel meter werd er door de assistent van de buschauffeur op het dak van de bus geramd. Dat betekende gevaar; tegenligger of diepe geul in de gatenkaas. Dit bizarre schouwspel werd tot een hogere dimensie getild doordat er tientallen kroppen groene kool in het gangpad lagen, waar iedereen gewoon overheen liep. Ook had er een, andere, gids gekotst midden in het gangpad wat weg werd gespoeld met lauw water. Diezelfde gids was halverwege de tocht zijn mobiel kwijtgeraakt wat resulteerde in een half uur durende zoektocht door de bus. Iedereen moest uitstappen, zelfs de politie werd erbij gehaald.

Walter ging met een harige hippie uit Israël op het dak zitten toen ik in gesprek raakte met een 30 jarige Duitser. Ik heb een aantal uur met hem gepraat en het was een interessant gesprek. Zijn vader was vorig jaar overleden, zijn moeder wilde hem niet meer kennen dus hij besloot om 6 maanden in India te gaan wonen. Ook hadden we het over ‘vrije wil'. Hij vertelde me dat er 5 jaar geleden een onderzoek was gedaan in de VS over hersenfuncties. Verbazingwekkend genoeg ontdekten ze hetvolgende: ‘Ongeveer 5 seconden voordat je een keuze voorgelegd krijgt, hebben je hersenen al een signaal afgegeven en heb je in feite al een beslissing gemaakt'. Ja, lees die zin nog maar een keer..

Dat daar gelaten ging de rit al met al snel voorbij. We stapten uit in een regenachtig ‘Dhunche' rond de klok van 15.30 uur. Het was de hoofdstad van de provincie en werkelijk waar; het bestond uit 1 straat. Midden in de bergen. Het was fantastisch te noemen. Het hele uitzicht al overigens, tijdens de busrit. Bergen waarvan je alleen de bergwand kunt zien. Veruit het mooiste, ruigste en wreedste landschap dat ik ooit heb gezien. Eeuwenoude terrassen, uitgehakt op steile bergwanden, waar gewassen groeien. Het is te groot om er een foto van te maken en te groots om het te beschrijven.

's Avonds zaten we op het dakterras van ‘Hotel Himalaya'. Toen had ik al de rillingen op mijn rug staan. Koud, warm, koud, warm, snot, hoofdpijn, bah. We zaten op 2056 meter hoogte, feitelijk niet hoog genoeg voor hoogteziekte (wat vanaf 2500 kan plaatsvinden), maar toch had het er een beetje schijn van. Maar het vervelende van alles was dat mijn moeder ziek was en dat ze de volgende dag een echo van d'r nier moest laten maken. Ja, dan ga je, je zorgen maken. Dan heb je ook nog eens geen internet tot beschikking om op de hoogte te blijven. Laat staan mobiel bereik?

Dag 132

Dag 132 werd met een subtiel klopje van de gids ingeluid. We hadden barslecht geslapen en het was koud en vroeg; 7.00 uur. Toch sprokkelden we de spullen bij elkaar en we zaten aan het ontbijt. Futloos, koortsig en snotterig werkte ik de bananenpap naar binnen. Walter had een omelet bestelt maar begon er nieteens aan. In plaats van ontbijten aan tafel zat Walter geketend op de WC. Nee, Mr. Guide, vandaag gaan we niet lopen. We kropen terug in bed, maar van slapen kwam het niet echt.

We hingen een beetje rond op de bovenste etage waar we lekker kon liggen en uit het raam kijken. Uit het raam kijken met een mooiste uitzicht ooit overigens. Bij helder weer konden we de Himalaya-bergketen zien liggen met als toetje de meer dan 7,2 kilometer (!!!) hoge berg die zijn grondvesten in Tibet heeft staan. Spectaculair te noemen, vooral bij zonsondergang. Wanneer alles grauw en grijs is geworden, staat deze enorme berg nog vol in het rode, laatste zonlicht. Manjefiek!

Ondanks dat, was het een dag van uitzieken, beter worden en op een smsje van m'n moeder wachten. Wegens het tijdsverschil van bijna vijf uur was het lang wachten maar uiteindelijk kreeg ik een smsje dat er gelukkig niet heel veel te zien was. Daar was ik blij om en nu kon ik me weer richten op het zelf beter worden. Dat ging steeds beter en Walter was ook weer fitter aan het worden. We namen ons voor dat we morgen, dag 133, van start zouden gaan.

Dag 133

Dit voornemen werd de volgende ochtend direct tenietgedaan want ik kwam als een krant m'n bed uit. Als een slappe krant welteverstaan. Bijzonder vervelend, zachts gezegd. Je hebt twee mensen die heel graag van start willen gaan en op pad willen terwijl de derde er bij hangt als een slappe zak. Maar gelukkig was hier alle begrip voor en hebben Mr. Guide en Walter goed voor me gezorgd!!

Deze dag was dan ook niet meer voor mij dan het uitzieken, goed eten en drinken en snel beter worden. De middag hebben we wat woordspellen gespeeld met Mr. Guide waarmee het echt heel erg gezellig is. Een topgozer. Het eten in het hotel is goed te noemen en vers. Maar jongens, als je bijna twee uur moet wachten op een kop soep, heb je al je honger alweer verloren. Fiji-time is er he-le-maal niks bij hier. De avond gingen we de met ‘pray-flags' volgehangen straten op waar iedereen hier cricket speelt. Uiteraard speelden we een spelletje mee. Vervolgens gingen we slapen met een goed gevoel op fris en gezond wakker worden de volgende dag; dag 134.

Dag 134

Fris was het hoor, de volgende morgen. Goed en gezond nog niet echt; maar goed genoeg om een poging te wagen. Na 5 minuten te hebben gelopen waren we Dunche al ruimschoots uit en de eerste milde helling deed zich aan. Waar je normaal een hapje adem neemt, moet je hier in deze ijle lucht minimaal twee happen nemen. Daarna werd het even wat vlakker en konden we genieten van het echte Nepal. Wat puur, schoon, eerlijk en geweldig is. Beekjes water stroomden langs je voeten, kalm aan naar beneden. Vogels floten, de zon strooide haar licht langs kilometers hoge bergtoppen gul in de vallei van de Himalaya 's.

Net als in Vietnam werd er niet alleen maar gelopen of gelantefanterd, er werd ondertussen gewoon gewerkt. Sherpa's die met enorme manden gevuld met hout, stenen, voedsel de bergpaden overmeesterden. 'n Boer die zijn geiten op de steile bergwanden liet grazen. Arbeiders die stenen aan het uithakken waren of bomen aan het omzagen waren. Tot slot nog een meisje, die niet ouder was dan 9 jaar. Zij had een mand op haar rug gebonden vol met groentes. Alleen was de mand even groot als haar. Zielig of het leven? Walter kon het niet over zijn hart verkrijgen en gaf zijn ‘Snicker' reep aan het meisje. Top!



Volop activiteit dus in het eerste halfuur van de wandeling. Het was nog een wandeling; geen beklimmingen, alleen een mild golvend wandelpad. Helaas kwam hier al snel een einde aan. We klommen, klommen en klommen. Onze longen zaten in onze keel. Loeizwaar dat het was. Ook de benen die wilde maar niet en om de tien minuten snakte ik naar een pauze waar ik m'n ademhaling enigszins op de rit kon krijgen.

Inmiddels op 2500 meter en we waren zo'n 2 uur aan het klimmen. Het zweet stond echt van onder naar boven, van links naar rechts; alles was doorweekt. Maar we waren bijna aangekomen bij het 2600 meter punt, waar een ‘Guesthouse' te vinden was. Hier was het plan om te lunchen en vervolgens verder te gaan. Maar na ruim 600 meter te hebben geklommen in meer dan twee uur was voor mij de spreekwoordelijke koek op. We besloten lekker te gaan lunchen en vooral veel te gaan rusten. En dat kon daar hoor!

Het was een ge-wel-di-ge plek. Een stenen huis met houten fundering. Het toiletgebouw was op 10 meter afstand van het huis en was in feite gewoon een gat in de grond. Verder was het hele huis omringd door drie gigantische moestuinen. Toen moest ik meteen aan Mariska denken; die zo graag een eigen moestuin zou willen hebben. Ook nog op zo'n plek. Afgelegen, midden in de bergen, midden in de natuur en leven van het land.

We vulden de dag met ‘het buiten zijn'. Lekker in het zonnetje luieren, flauwe grappen maken, muziek luisteren, verhalen vertellen en met de stinksokken van Walter volleyballen. Rond de klok van 18.30 ging de zon onder en aten we binnenshuis. Alleen was het eten, zachts gezegd, wat minder omdat de kinderen van 14 en 16 de boel aan het runnen waren. De ouders waren niet aanwezig. Maar dat mocht de pret niet drukken en ‘de bijna honderdste group picture van de reis' werd gemaakt. De vorm van de dag van morgen zou bepalen wat, waar en hoe we verder zouden gaan.



Dag 135

De vorm die voor mij, verbazingwekkend genoeg, goed was. Ik had goede uren kunnen maken 's nachts en de rustmiddag van gisteren had me goed gedaan. Alleen was Walter nu degene die ziek was. Ik had ‘m goed aangestoken met mijn verkoudheid en 's nachts had hij ook het grieperige van mij overgenomen. Toch kwam hij z'n bed uit en nam een klein ontbijtje. Het volgende punt was slechts op een uurtje klimmen en dat was het proberen waard. Mocht het toch niet gaan, konden we altijd weer teruggaan naar het 2600 meter punt.

Na 5 minuten waren we beide alweer extreem buiten adem. Ik val in herhaling, maar hier inspanning leveren kost gewoon kracht. De bergen zuigen de energie uit je. Je hele lichaam werkt op volle toeren en dat voel je bij bijna iedere stap of ademhaling. Het was zwaar, maar toch gingen we door. Door totdat we het 3000 meter punt bereikten en dat was speciaal. Al sinds Nieuw-Zeeland hebben we tegen elkaar gezegd; ooit gaan we een keer op meer dan drieduizend meter hoogte staan! En ja, ondanks alles stonden we er toch even mooi en hadden we dit toch maar even bereikt.

Deze bemoedigende gedachte gaf ons hernieuwde energie en na het nuttigen van een verse uiensoep en een rustpauze, besloten we om door te klimmen. Door naar het punt op 3250 meter waar een klein dorpje is. Dit tweede deel van de tocht bracht ons langs bomen behangen met mos. Alles was omhuld en omarmd door mos. En volgens onze gids is dat een kenmerk van schone lucht en dus geen luchtvervuiling. Echt heerlijk hoor, als je dan eens lekker kan zitten en op adem mag komen dan komt er verse berglucht naar binnen.

Na nog een paar honderd meter te hebben geklommen, kwamen we eindelijk aan op het eindpunt van vandaag. Er waren zelfs 3 ‘Guesthouses' en een kaasfabriekje, waar ze kaas maakten van de melk van de yak. We verbleven in ‘Hotel Red Panda' op 3250 meter hoogte. De ‘Red Panda' leeft alleen nog hier in Nepal en is het boegbeeld voor het ‘Langtang National Park'. Binnen was het knus en gezellig. We werden vergezeld door een Duitse docter in opleiding met Iraans bloed en door 8 Nepaleze jongeren die in een paar dagen even van 1100 meter naar 4500 meter klommen..

Zij kwamen vandaag van 4500 meter waar er een dik pak met sneeuw lag en waar het ijs- en ijskoud was. Dat zou de doelstelling voor ons worden; ‘Kaisakounda Lake' op ruim 4,5 kilometer hoogte. Alleen waren we totaal niet gekleed op al die kou. In m'n backpack heb ik 1 korte broek, 1 afritsbroek, 2 t-shirts en een net gekocht regen werend vest. Walter had ongeveer dezelfde kledingkast en nee, daar ga je geen bergen mee beklimmen. Behoorlijk stom eigenlijk van ons, we hadden er eigenlijk nieteens overna gedacht. En momenteel op 3,2 kilometer hoogte was het ook kouder dan te hebben gedacht. Zeker na de zonsondergang.

Toen begon het toch vervelend koud te worden. Walter ging al vroeg naar bed en ik bleef nog even met de docter praten. Rond de klok van 20.30 ging iedereen naar bed en kwam ik ons houten hutje binnen. Het hout leek wel van ijs te zijn en alles wat je aanraakte voelde dood, koud en kil aan. Zelfs het kussen was bevroren. Walter lag inmiddels met 3 dekens om zich heen gevouwen en lag nog steeds te rillen. Dit betekende wel dat er nog maar 1 deken overbleef waar ik me als een ‘Hema-hotdog' inrolde. Tegen de klok van 23.00 uur waren m'n oogleden bevroren en ging ik op zoek naar een deken. Buiten was niemand te vinden, alle deuren waren op slot. Ik ging maar een rondje lopen en probeerde wat foto's te maken van de sterrenhemel, wat een aangename tijdsvulling was.

Dag 136

Eenmaal terug in bed was het een marteling om in slaap te vallen. De hoogte doet wat met je, zeker als je normaal gesproken 7 meter onder zeeniveau leeft. Toen wist ik al dat dit punt het maximum zou worden van onze bergtrip. De volgende morgen zaten we gehavend aan het ontbijt en bespraken we, met de gids, de route terug. De gids die niet goed had geslapen en last had van zijn maag. Kortom; drie losers temidden van de hoogste bergen van de wereld. Jammer genoeg was het weer nooit helemaal helder want om ons heen stonden bergen variërend tussen de 4000 en de 7800 meter.

We gingen voor de afdaling, eerst terug naar het 2600 meter punt. Afdaling is vele malen makkelijker en kost minder tijd. Alleen vergt het meer kracht van de kuitspieren en de bovenbenen. Het was ook ngeen een moment vlak, dus dat ga je op een gegeven moment wel voelen. Maar vele malen sneller dan verwacht kwamen we aan bij het 2600 meter punt waar we gingen lunchen. Walter voelde zich nog goed genoeg om terug naar Dhunche, 2050 meter, en dat deden we dus.

Halverwege de middag en op zo'n 30 minuten lopen van Dhunche, kwam het opeens met bakken uit de hemel. M'n regenjack gebruikte ik als bescherming van m'n camera en laptop. Ik wikkelden deze kostbaarheden in en deed ze in mijn tas. Op hoop van zegen want er was nergens een plek waar we konden schuilen. Na tien minuten lopen, begon het nog harder te regenen en gelukkig kwamen we langs een klein houten huisje.

Zeiknat dropen we naar binnen. Het was een krakkemikkig huisje met een lekkend dak. Hier woonde een oud Nepalees stel van een jaar of 60. ‘Binnen' brandde een klein vuurtje. Ook lagen er nog eens vier andere mensen in de slaapkamer, te schuilen voor de regen. Moet je nagaan; het regent pijpenstelen en zomaar komen er 7 doorweekte, wildvreemde mensen je huis binnen van nog geen 5 vierkante meter. Vervolgens gaan ze ook nog eens op je bed liggen en maken ze alles nat. Kan dat in Nederland?



Ik checkte mijn tas en gelukkig was de inhoud nog redelijk droog. Het vuurtje vulde de hele kamer met warmte, maar ook met rook. En mensen die kampvuurtjes hebben gemaakt, weten dat je ogen dan helemaal wegbranden, tranen en pijn doen. Pas na een halfuur verlieten we het huisje en leidde een modderig pad ons naar ‘Dhunche'. Hier vonden we het ‘Langtang view Hotel' waar we uitgeput, doorregent en verhongerd aankwamen. Ik had een oer-Hollands bordje gekookte aardappelen. Deze aardappelen hadden stuk voor stuk wel een jas. Om 20.00 uur kropen we al ons bedje in waar we als blokken in slaap vielen.

Dag 137 en 138

Vooral dag 137 stond in het teken van herstelwerkzaamheden voor onze tere Hollandse lichaampjes. Spierpijn tot op het bot van het afdalen, dat werd dus met de beentjes omhoog, lekker niks. Het was zaterdag en de gids vertelde dat er vandaag geen bus naar Kathmandu ging. Tot onze verbazing hoorden we dat de bus wel was gegaan en we vroegen ons af waarom de gids daarover had gelogen. De gids, die tot dusver, geloofwaardig, eerlijk en betrouwbaar overkwam, werd met het moment ongeloofwaardiger.

Hij had ons veel over zijn leven verteld; meer dan ons lief was. Over zijn slechte huwelijk, zijn troosteloze toekomstplannen en zijn hekel aan zijn baas. Het leek wel alsof hij niet naar huis toe wilde en dat hij alles eraan deed om ons hier in ‘Dhunche' te houden. De dag ging zonder al te veel poespas voorbij. Alleen de hoeveelheid koppen uiensoep die Walter naar binnen slurpte staan gelijk aan het aantal BigMac's die we in totaal hebben verorberd deze reis.

Half 7 en met het 7e klopje op rij van de gids, raakten we gewend aan het vroege opstaan. Dat werd vandaag beloond met een prachtige zonsopkomst. De zon was nog onzichtbaar, maar schoot langs de pieken van de ‘Langtang Mountain' de lucht in. Het was echt geweldig om te zien, de lucht was ook zo helder en schoon. Vervolgens ging ome Walter weer aan de uiensoep en nam ik een ‘fruit porridge' als ontbijt.

Normaal gesproken zou de bus even over zeven uur vertrekken richting Kathmandu. Maar normaal is het hier niet in Nepal. Er was een ‘strike' gaande in Kathmandu wat neerkomt op een staking. 2011 Zou voor Nepal het jaar van het toerisme worden en iedereen beloofde heilig om Nepal ‘strike-free' te houden. Alleen is het er niet van gekomen. De regering beloofde een nieuwe grondwet deze maand, maar dat wordt voor de zoveelste keer uitgesteld. Het schijnt een zooitje te zijn in Nepal, en nu het regenseizoen er aankomt, zal er weinig meer verdiend worden.

Van het zooitje buiten Kathmandu hebben we niet gemerkt. Alleen nu de bus niet ging dus. Wat ging het worden; weer een dag wachten of werd er actie ondernomen. De gids was in zijn nopjes dat de bus niet ging en begon spontaan te zingen, te dansen en te grappen. Gelukkig waren er drie Russen die maandag 16-5 een vliegtuig moesten pakken in Kathmandu. Zij moesten hoe dan ook naar de hoofdstad dus ze regelden een prive-Jeep. De chauffeur moest eerst 6 uur naar ‘Dhunche' rijden om vervolgens weer in 6 uur terug te keren in Kathmandu. Dit alles voor het schappelijke bedrag van 120 euro.

Wij vertelden ze eerlijk dat we graag mee wilden, maar dat we geen haast hadden en dat we wel een dag konden wachten. Voor een kleiner prijsje wilden we wel meerijden en daar gingen ze mee akkoord. Wij betaalden tien euro per persoon. Alleen toen kwam de aap uit de mouw die deze hele trip toch een bittere nasmaak heeft gegeven. De trip was over, maar de gids verwachtte van ons dat we voor hem zouden betalen. En na 6 dagen gezellig, lachen en vriendschap begon hij opeens een andere toon op te zetten en een beetje het slachtoffertje spelen. We konden het niet over ons hart verkrijgen en betaalden ook voor hem..

De Jeep vertrok pas om 14.00 uur, ondertussen hadden we alweer 7 uren lopen lantefanteren. Walter en ik namen voorin plaats en zaten krapjes, maar comfortabeler dan de bus. Wel konden we nu de hele weg voor ons zien, inclusief alle afgronden. En geloof me, dat is geen pretje. Het is al je vertrouwen in de chauffeur leggen en het lot maar laten beslissen. Sommige stukken zijn het aanschouwen niet waard. Ook hadden we nog een lekke linker achterband, die de chauffeur binnen een half uurtje weer had gerepareerd.

Ondanks dat ik m'n camera niet bij de hand had, was het uitzicht fenomenaal. De zon ging onder, het landschap was rood verlicht, de terrassen met gewassen stonden fier overeind en het was een genot om dit te mogen zien. Nepal is echt fantastisch. Het leven ligt hier 100 jaar achter. De mensen leven met de middelen die ze hebben, ze leven van het land, tussen de hoogste pieken van deze aardbol.

De hele trip was weer een financieel dieptepunt, maar de ervaringen zijn weer groots. Ondanks alles zijn we toch tot 3300 meter geklommen en hebben daar in de vrieskou een nachtje weten te overleven. We hebben het pure leven van Nepal gezien en dat is wat we wilden. Nu resten ons nog 9 volle dagen in Nepal!

NEPAL,
Sander

Dag 128 en 129

Dag 128 en 129 5 en 6-5-11 Kathmandu

Australië, Fiji, Nieuw-Zeeland, Hong-Kong, Macau, Vietnam, Thailand en nu Nepal. Het land waarvan ik geen enkel idee of verwachting had. Wat zullen de prijzen zijn? Kunnen de mensen Engels praten? Hygiëne? Is backpacken mogelijk? Hoe gaan we reizen? Brommer, bus of liften? Vragen die nog deels onbeantwoord zijn gebleven.

Dag 128 was een zogenaamde opvuldag. Het flitsbezoek van 7 dagen in Thailand is ons goed bevallen en we konden nog even rustig afscheid nemen van ‘good-old' Bangkok. Toch wilde ik nog even wat oude herinneringen ophalen in Chinatown. De wijk waar mijn reisleven is begonnen, wilde ik nog een keertje zien. Ik wilde weer de vieze, smerige, bedrijvige en nare steegjes van Chinatown verkennen. Luchten die je neus binnendringen waarvan je de oorsprong niet wilt kennen, plassen water die gevuld zijn met resten van ‘seafood' waar ondertussen brommers doorheen rijden; water dat tegen je blote benen opspat en slippers die zich vullen met ‘dit lekkers'.

Na 30 minuten ronddobberen, voelden we ons vies en gebruikt. Tevens hadden we 30 minuten achter elkaar gelopen en dat is momenteel een prestatie op zich. Daarom regelden we een ‘tuktuk' en dat staat gelijk aan opgelicht worden. Voor nog geen 40 eurocent word je 45 minuten rondgereden om uiteindelijk naar de eindbestemming te worden gebracht. Echter, ondertussen maak je minimaal 1 tussenstop bij een juwelier of een ‘tailor'. De tuktuk-chauffeur krijgt uiteraard commissie op een gekocht artikel. Na een stop bij de juwelier, waar je verplicht naar binnen moet, kwamen we met lege handen terug bij de tuktuk. Of we wat hadden gekocht. ‘Ja zei Walter, voor 1000 baht'.

Dit grapje viel niet in goede aard omdat de chauffeur werkelijk dacht dat Walter wat gekocht had. Walter wilde het ‘niet-gekochte-item' niet laten zien en op hoge poten ging de chauffeur naar de eigenaar van de juwelier; waar zijn commissiegeld bleef!? De eigenaar wuifde het weg en wij zaten met een boze chauffeur die niet verder wilde totdat hij zijn geld had. Uiteindelijk vertelde Walter dat het een misverstand was en gelukkig konden we verder.

's Avonds aten we ‘Pad Thai' op straat en een bananenpannenkoekje als toetje. We gingen naar bed met de gedachte dat we ons wellicht zouden verslapen aangezien om 05.00 uur een taxibusje voor ons hotel stond. We hadden een wekkertje op mijn mobiel gezet om 04.45 maar die was niet helemaal te vertrouwen. We konden de slaap niet vatten omdat we tussen slapen en niet-slapen inzaten. Toch dutten we in en gelukkig werden we op tijd wakker.

We moesten 5 minuten wachten op de ‘Kho San Road' voordat we werden opgehaald. Ondertussen stonden er twee oudere Europese mannen op straat te flirten met een Ladyboy, er waggelden dronken ‘mensen' over straat; het was een waar schouwspel zo op de vroege ochtend. Het taxi-busje werd helemaal volgepropt en om 06.00 uur kwamen we aan op het vliegveld. We zouden met ‘India Air' via ‘New Dehli' naar ‘Kathmandu' vliegen. De borden beloofden niet veel goeds; er stond dat de vlucht was gecancelled.. Toch niet he?

Jawel, de vlucht van in totaal 7 uur was gecancelled. Wat nu? Ja we konden een vlucht nemen van 17.55 naar India. ‘Daar hebben we niks aan, we moeten naar Nepal'. Na even wat te hebben opgezocht had de grondstewardess de perfecte oplossing; een rechtstreekse vlucht met ‘Thai Air' om 10.15. De reistijd besloeg slechts 3 uurtjes, wat ons gewoon 4 uur reistijd scheelde! Wat een geluk, heerlijk.

De vlucht ging ook als een razende voorbij. Eten aan boord, films, games, drinken, alles. Wat een topmaatschappij. Even over 12 uur stapten we uit op een warm Kathmandu. Het vliegveld zag eruit als een vervallen schoolgebouw waar we meteen te maken kregen met de bureaucratie van Nepal. We hadden een pasfoto nodig en een ‘visa on arrival' voor $40 US. Pasfoto kon natuurlijk gemaakt worden voor 3 euro de man. Daar zou je een week van kunnen eten hier.

Nepal is weer een stapje verder dan Vietnam. Een stapje verder op de ladder van ‘knotsgek'. Kleine steegjes, idioot verkeer maar leuke en behulpzame mensen. Ik kan nog geen echte mening geven omdat we er nog maar een paar uur zijn, maar ze spreken goed Engels, zijn aardig, behulpzaam en eerlijk. Dat laatste is vrij zeldzaam in onbekende landen maar hier is het te vinden.

In Kathmandu is er maar 10 van de 24 uur stroom. Doodnormaal dat de stroom uitvalt en alles platligt. Bizar gewoon. We lagen op de kamer en de ventilatoren vielen uit, de tv en het licht. ‘Niks aan te doen, dat gebeurd hier'. Niemand maakt zich er druk over, niemand verbaast zich erover. Wel is de hygiëne nog ver te zoeken. ‘Toiletten' bij ‘restaurants' lijken, ruiken en voelen als slachthuizen, geen toiletpapier te bespeuren, laat staan een luchtverfrisser. De douche op de kamer is bijzonder; er komt bruin water uit. Interessant..

Even wat zakelijk informatie en dat moet verteld worden. Morgen, 7 mei, gaan we uitzoeken en bepalen hoe we gaan reizen. Brommer huren, liften of met de bus? Feit is dat een ritje van 180 kilometer 8(!) uur duurt met de bus. We gaan er niet te lang over nadenken, morgen vinden we vanzelf een oplossing.

Ook hebben we de data van de terugvlucht al bevestigd. We zijn eind mei thuis; en dat is vrijdag 27 mei om 06.35 uur te Schiphol. We vliegen 25 mei, laat, naar Hong-Kong, waar we een dag blijven. 's Nachts vliegen we terug naar het geliefde Holland. Over het internetgebruik buiten Kathmandu ben ik niet zeker, wat betekent dat ik niet kan garanderen dat er nieuwe verslagen op mijn blog zullen staan de resterende weken. Stroom is moeilijk te vinden, laat staan internet buiten Kathmandu. Dat denk ik, dat weet ik niet zeker. Ik hoop dat dit niet mijn laatste reisverslag zal zijn, of een van mijn laatste. De tijd zal het uitwijzen, hopelijk kan ik jullie nog even meenemen door de bergen van Nepal; het dak van de wereld!!

Tot over ...... dagen,
Sander

Dag 126 en 127

Dag 16 en 127 3 en 4-5-11 Bangkok

We hebben gekregen waarvoor we kwamen en momenteel zijn we weer in het altijd gezellig, doch drukke Bangkok. De stad die nooit slaapt, maar dat zal voor ons niet van toepassing zijn.

Dag 126 was de dag na het grote avontuur in de jungle van ‘Khao Yai National Park'. Het hield zelfs niet op nadat we terug waren gekeerd bij Bobby's want tijdens het schrijven van mijn vorige verhaal zat er een enorme duizendpoot op het hek. Het was een gevaarlijk soort duizendpoot en de eigenaar vertelde het verhaal; dat er twee jaar geleden een toerist door gestoken werd. Hij had enorm veel pijn, maar de eigenaar zei; zak ijs erop, lekker slapen en morgenochtend kijken we hoe het met je gaat.

De volgende ochtend, om 6 uur, ging de eigenaar toch maar even kijken. Maar de toerist was nergens meer te vinden. Hij bleek al uren in het ziekenhuis te lagen, wat op 30 minuten rijden lag. Zijn been was opgezwollen en in het ziekenhuis hebben ze hem een soort injectie moeten geven. Uiteindelijk ging het prima met de man, maar toch weer een ‘gezellig' verhaal zo vanuit de achtertuin van Bobby's. Maar ik moet zeggen dat als je uitkijkt waar je loopt, geen gekke dingen doet er helemaal niets aan de hand is. Je moet gewoon geen beesten/insecten, zonder begeleiding, aanraken of van dichtbij bekijken die je niet kent.

Na deze wijze les brak er een zeer rustige dan met een gemiddelde van even over de 40 graden. Onze Belgische vrienden, Tom en Liesbeth, hadden die dag de halve tour geboekt en werden om drie uur opgepikt. Walter had ook wel zin om er even tussen uit te gaan en reed met de scooter, van de eigenaar, achter de tourgroep aan. Dit onder het mom van kostenbesparing. Ik besloot een dagje vol te boeken met Discovery Channel, Animal Planet en National Geographic Channel. Wel ging ik nog even een rondje doen, bewapend met mijn camera, in de omgeving. Geen gevaarlijke dieren onder de lens; vredige bloemen.

Tegen het vallen van de avond, die hier in Thailand rond de klok van 18.30 zijn intrede doet, liet de eigenaar nog wat gekko's zien die hier in de buurt liepen. Een vrij schuwe gekko wist ik op de foto te krijgen. Hij zat op een stalen paal met wat roestige bruine vlekken. De gekko kon van kleur veranderen en zijn lichtblauwe lijf was besprenkeld met bruine vlekken. Hij at af en toe wat muggen. Ook was de huiskat, Oscar, flink in de weer. De eerste avond had hij al een muisje te pakken weten te krijgen. Deze avond was hij achter de kleine hagedisjes aan en een aantal kikkers. Leuk om te zien!

's Avonds kwamen Walter en de Belgen terug en na het avondeten, 3e keer Pad Thai gegeten, gingen we nog een keertje uit met Tom. Nouja, dat was in ieder geval de bedoeling. We gingen lopend en hadden een routebeschrijving meegekregen van de eigenaar en het zou zo'n kilometer lopen zijn. We belandden in eerste instantie op een gelovig feest ter ere van de boeddha. Na dit tien minuten aangekeken te hebben, zochten we verder en vonden we de juiste bar. Daar was alleen het aanwezig personeel te vinden dus druk en spectaculair was het niet. Wel even gezellig met onze Tom gekletst!

De volgende ochtend namen we om tien uur afscheid van de Belgen waarmee we een leuke tijd hebben gehad. Walter en ik hadden een reisdag op het programma staan; en wel met de trein. De trein vertrok tegen de klok van twee uur en deed er in totaal vier uur over. Het was een ‘blafhete' dag in de trein en we werden levend gekookt. Gelukkig konden we wel zitten en af en toe je hoofd even uit het raampje steken voor de nodige verkoeling.

Aangekomen is het roerige Bangkok pakten we een taxi waar we een ritje van 5 kilometer moesten maken naar de ‘Ko San Road'. Alleen was het spitsuur in optima forma en deden we er volgens mij een klein uurtje over. Tja, van wachten en zitten krijg je honger en er ging een welverdiend BigMac-menu naar binnen met een ijskoude cola. De woorden om het goed te praten zijn altijd; ‘Ja, dit hebben we wel verdiend'..

Vervolgens vonden we een hotel en hebben we net even lekker naar een film gekeken; ‘The Hurricane'. Op een of andere manier hebben we al meerdere keren een film gezien van Denzel Washington en stuk voor stuk zijn het allemaal goede films. Morgen, dag 128, wil ik graag nog even een kijkje nemen in ‘Chinatown' waarna we op vrijdag 6 mei 's ochtends vroeg naar onze eindbestemming, Kathmandu, vliegen. Dat wordt een vroegertje, want we hebben al een busje geregeld die ons vrijdagmorgen om 5 uur naar het vliegveld brengt.

Wek wek,
Sander