Dag 117 en 118
Dag 117 en 118 24 en 25-4-11 Thanh Hoa
Op 150 kilometer van Hanoi is de pijp leeg, de energie weg en de honger naar kilometers op. Na een kleine twee duizend (!) kilometer dwars door Vietnam ligt het doel binnen handbereik. Van Saigon naar Hanoi op een simpele schakelbrommer!
Deze twee dagen zijn vrij kalm verlopen; geen motorpech, geen ongelukken, geen gekkigheid. We beginnen een beetje te wennen aan de regelrechte chaos die Vietnam heet. We kijken niet meer op van enorme vrachtwagens met een nog ‘enormere' lading of, hoe zielig ook, vrachtwagens met een lading hondjes in de achterklep. En zoals je hierboven kunt zien; waarom neem je geen 4 varkens mee achterop de brommer? Varkens die als levende rollades vastgesnoerd liggen achterop de brommer, poten die over het asfalt schuren en niemand die er nog van opkijkt. Fietsers of voetgangers die zonder te kijken de weg oversteken waardoor je elke kilometer met je volle 110% aanwezig moet blijven.
De alertheid die er dus voor zorgt dat je na 100 a 150 kilometer brommer rijden gewoon ‘klaar' bent voor de rest van de dag. Dit ook aangezien je gemiddeld 4 uur per dag op de brommer zit. En inderdaad de gemiddelde snelheid, inclusief stops, zal niet hoger liggen dan 30 kilometer per uur. Door deze brei van klachten besloten we het rustig aan te doen op dag 117. Deze dag reden we maar 44 kilometer naar ‘Vinh'. Hier bezochten we in de middag een markt. En nee, dat is geen markt ‘a la Nederland'.
Het is ronduit een puinhoop op de markt; een smeerboel, een kliederboel. Al het overbodige wordt gewoon op straat gegooid en er wordt niet meer naar omgekeken. Mensen rijden, fietsen en lopen er gewoon dwars doorheen. Er liggen plassen water waarvan je niet wilt weten wat erin heeft gezwommen. Je blote voeten worden geheid nat van dit mengsel van bloed, restwater, modder, regenwater en waarschijnlijk meer. Kippen worden geplukt, op straat opengeknipt en aangeboden op een bloed doordrenkte houten plank. Uiteraard ligt de blote kip dan uren in de zon weg te rotten met tientallen vliegen tot gevolg.
Maar de visafdeling spant de kroon qua geur. Als je even niet oplet dan trap je op een enorme rog die ligt de verpieteren in de zon. De rog lijkt van niemand te zijn want hij ligt midden in het looppad. Je bekijkt de rog, je maakt een foto van de rog en meteen komen er mensen tevoorschijn. Met allerlei ongrijpbare Vietnamese woorden ben je bijna de eigenaar van een ‘verse' rog, maar snel loop je door. Daar vind je 300 meter aan knoflook-stalletjes. Natuurlijk gaat iedereen die knoflook verkoopt naast elkaar zitten. Elk teentje is toch weer anders?
Het heeft niets met hygiëne te maken, dat woord moet nog geleerd worden en dan nog eens worden toegepast. Als je 100 mensen een maand naar Vietnam zal sturen dan zal het merendeel zeggen dat het een rommel en een troep is. En daar is niets aan gelogen. Maar als je daar doorheen kunt kijken dan is Vietnam werkelijkwaar een paradijs waar je, je elke keer weer kunt verwonderen over de levensstijl en de situaties die je krijgt voorgeschoteld. Je haat het of je houdt ervan; een middenweg is er niet in Azië.
Voor dag 118 stond wel weer een ‘mannenafstand' van 134 kilometer op het programma. Ik kan wel zeggen dat het een nare rit was. Het asfalt was in een dusdanige staat dat het oppassen geblazen was. De brommerbaan was vaak gescheiden van de weg door middel van een grote bobbel in het asfalt. Een bobbel of een kuil, wat het erg ‘tricky' maakte, aangezien je telkens van baan moest wisselen. De zon was ook nog een fikse tegenstander vandaag die plat op het ‘dakkie' scheen. Maar elke dag kan het weer anders zijn; een bergrit, een rit vol zon, wind, regen. Mensen die op, naast of onder het land werken. Alles kan, niets is onmogelijk; Azië.
En de uitspraak wordt vetgedrukt onderstreept door de ‘beginfoto'. Uit het niets doemen er twee mannen op voor ons die op een zwaar beladen brommertje rijden. Varkens liggen vastgesnoerd in kootjes, ze knorren nog hardnekkiger dan de toeters om ons heen. En toch lijken ze het wel prettig te vinden op een of andere bizarre manier. Dit schouwspel laat weer zien hoe ongelooflijk gaaf het is om je tussen de Vietnamese bevolking te begeven. Dus wat wij later zullen herinneren van Vietnam is niet de moeheid maar de enorme diversiteit van de mensen, het weer, het land en de etappes.
Momenteel zitten we dus 150 kilometer van Hanoi. Maar dat is (nog) niet waar we heen gaan. We gaan een uitstapje maken naar een ‘National Park', 100 kilometer ten zuidoosten van Hanoi. De reden
hiervoor zal ik over twee a drie dagen wel op het blog tonen, aangezien het landschap daar echt geweldig moet zijn. Eind april zullen we op onze eindbestemming aankomen!
Ik zeg; Koninginnedag te Hanoi,
Sander
Reacties
Reacties
toffe jongens, die vietnamezen om hun varkentjes mee te nemen achterop hun brommer, hoeven ze ten minste niet te lopen. Kan Marianne Thieme nog een puntje aan zuigen.
Ik ben erg benieuw naar jullie reden om naar het nationale park te gaan
ga ook nog een dagje vissen, kunnen jullie nog wat bij verdienen op de markt.
goede vangst.
Geweldig wat jullie allemaal meemaken en wij daardoor ook. Wat een aparte foto's allemaal en wat je toch achterop je brommer kan doen. Ik denk als je weer thuis bent je moeder toch voor de barbecue nu ook zo dit vlees in gaat slaan met haar brommer kunnen we meteen allemaal mee komen eten. Misschien is zo"n toeter ook iets voor haar. Wat hebben jullie al een lange tocht gemaakt en elke keer weer blijven de dagen spannend. Nu nog het laatste stuk. Geniet ervan en heel veel plezier. Groetjes Diny
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}